Hoe digitaliseer je zelf fotografische materialen?

Digitaliseren van fotografisch materiaal is een arbeidsintensief en duur werk dat je het liefst maar eenmaal hoeft te doen. De publicatie Digitaliseren van fotografische materialen van de Vlaamse erfgoedcellen biedt een stap-voor-staphandleiding om uw foto’s, dia’s en ander 2D-beeldmateriaal zo kwaliteitsvol mogelijk te digitaliseren. hZe vertelt waarom het belangrijk is het fotografische materiaal op een kwalitatieve manier te digitaliseren, welke hard- en software je daarbij nodig hebt en hoe je best te werk gaat.

Aandachtspunten

Digitaliseren is een arbeidsintensief proces dat zorgvuldig moet worden uitgevoerd om herhaling te vermijden. Een goede digitale kopie is een getrouwe weergave van het originele materiaal, wat betekent dat kleur, helderheid en contrast nauwkeurig worden gereproduceerd. Dit vereist specifieke apparatuur en software, evenals duurzame bestandsformaten zoals TIFF zonder compressie​​.

Een kwalitatieve digitale kopie moet:

  • nauwkeurige kleuren weergeven zonder kleurzweem,
  • de gepaste helderheid en uniformiteit hebben,
  • een hoge resolutie bieden voor detailbehoud,
  • een juist contrast weergeven om alle kleurnuances van het origineel te behouden.

Wat heb je nodig?

Materiaal

  • Camera: een systeemcamera of digitale spiegelreflex met live view voor gemakkelijke bediening.
  • Lens: bij voorkeur een macrolens met vaste brandpuntsafstand (60-70 mm).
  • Belichting:
    • voor ondoorzichtige materialen: twee flitslampen met softboxen voor uniforme belichting. Bijvoorbeeld te lenen via de Uitleendienst Erfgoed.
    • voor doorzichtige materialen: een lichtbox.
  • Overige: laptop met relevante software, flitsmeter, waterpas, meetlint en zwart papier​​.

Software

  • Adobe Lightroom Classic
  • Negativelabpro of Grain2Pixel: voor het verwerken van kleurennegatieven.
  • Optioneel: Adobe Photoshop of het gratis GIMP voor verdere bewerkingen.

Hoe begin je eraan?

De voorbereiding

  • Kies een ruimte zonder grote lichtverschillen en vermijd strooilicht. Verduister de ruimte indien mogelijk en zorg voor een veilige, stabiele werkomgeving.
  • Stel je camera in als volgt:
    • Bestandsformaat: RAW zonder compressie
    • ISO-waarde: zo laag mogelijk, bij voorkeur 50 of 100
    • Witbalans: ingesteld op flitslicht of 5600K
    • Kleurruimte: AdobeRGB
    • Scherpstelling: handmatig
    • Sluitertijd: 1/125 seconden of korter
    • Diafragma: f/8 voor een optimale scherpte en diepte​​.
  • Voordat je aan de digitalisering begint, sorteer je de fotografische materialen best per type.

Digitalisering van fotoafdrukken, postkaarten, cartes de visite … (ondoorzichtige materialen)

Gebruik een verticale of horizontale opstelling afhankelijk van de grootte van het materiaal. Plaats de flitslampen onder een hoek van 45 graden om gelijkmatige verlichting te garanderen. Controleer de lichtverdeling met een flitsmeter op meerdere punten om consistente belichting te verzekeren​​.

Opstelling van de reprostand met flitslampen onder een hoek van 45 graden.Beeld: Hilke Arijs, CC BY-NC-SA.

Digitalisering van dia’s, negatieven, glasplaatjes … (doorzichtige materialen)

Gebruik een lichtbox met instelbare kleurtemperatuur voor transparante materialen. Voor materialen met randinformatie zoals lantaarnplaatjes bijvoorbeeld, combineer je de lichtbox met twee flitslampen en een target om kleurnauwkeurigheid te waarborgen​​.

Duurzaam bewaren

Het moederbestand is het basisbestand waarvan je alle andere versies maakt. Het is als het ware de bron waar je steeds opnieuw naar zal terugkeren.

Het is dit bestand dat je plaatst in een digitaal archief. Dit bestand bevat de hoogste kwaliteit én alle noodzakelijke informatie (over de kleurenruimte …) om het beeld juist te lezen. Het is ook een duurzaam bestandsformaat: een formaat dat je kan openen met verschillende softwareprogramma’s, waarbij je dus niet gebonden bent aan de software van één bedrijf, en dat niet gecomprimeerd is. Kort gezegd: gebruik voor fotobestanden altijd het stabiele TIFF 6.0 formaat. Kleurenbeelden sla je best op als 16 bit per kanaal. Voor zwart-witbeelden is 8 bit voldoende.

Bewaar de moederbestanden op minstens twee locaties en vervang regelmatig het opslagmedium (een in- of externe harde schijf). Bewaar je bestanden bijvoorbeeld zowel lokaal, op een harde schijf of een externe schijf als in de cloud. Controleer op regelmatige tijdstippen (bijvoorbeeld 1 keer per jaar) de integriteit van de bestanden via checksums. Zo controleer je of de enen en nullen waaruit het bestand bestaat hetzelfde blijven.

Meer weten

Het filmpje en de handleiding Digitaliseren van fotografische materialen gidsen u doorheen het volledige proces. Deze hulpmiddelen zijn ontwikkeld door de Vlaamse erfgoedcellen.

Auteur: Hilke Arijs (Erfgoedcel Denderland). Deze tekst werd overgenomen van de Erfgoedwijzer van FARO en is beschikbaar onder de CC BY-NC-SA-licentie.

Deel dit artikel:            

TRACKS is een samenwerking tussen deze partners: